Ter hoogte van Katwijk had men inmiddels op de Magda Maria de lassen van het speciale Flipper-Delta ingraafanker op een dekschavot doorgebrand. Even later lag het zendschip stevig vast geankerd. Terwijl nog aan de 30 kWatt FM-zender werd gesleuteld door wijlen Veronica-technicus José Van Groningen ging kort nadien de middengolfzender met proefuitzendingen op 227 meter (1107 kHz) in de lucht met enkel Nederlandstalige muziek. Politiek Nederland raakte in paniek door toedoen van de Telegraaf, die het zaakje lekker opklopte en blokletterde dat het schip met schotelantennes was uitgerust om de programmatie van-wie-weet-waar aangestraald te krijgen. Je weet wel... in die tijd was het al snel de schuld van de Russen. Op een luchtfoto hadden de krantenjongens een leeg phillystranhaspel verkeerdelijk aanzien voor een schotelantenne. Het was trouwens voor het eerst dat een high-power radiozendmast, buiten het Amerikaans leger, was getuid met peperdure phillystran. Dit maakte de porseleinen isolatoren overbodig.De reactie uit Den Haag liet niet lang op zich wachten. In de voormiddag op zaterdag 1 augustus 1981 werd het zendschip door de Nederlandse rijkspolitie en de marine geënterd. Dat gebeurde in internationale wateren en was een flagrante daad van piraterij. Een Nederlandse kok, een Nederlandse handlanger en de twee Ierse matrozen werden gearresteerd. De Jantjes van de marine probeerden het anker te lichten maar de Flipper-Delta verroerde, zoals het hoorde, voor geen van zijn beide vinnen. De ankerketting werd tenslotte doorgebrand en het schip werd naar IJmuiden en dan naar de entrepothaven van de douane in Amsterdam gesleept waar het op een redelijke afstand van de kaai aan de ketting werd gelegd. De inbeslagname was gebeurd in opdracht van een overijverige ambtenaar.
Daarna spande de eigenaar van het zendschip, de Panamese vennootschap Panlieve sa, bij monde van Meester Maes uit St Niklaas een geding in tegen het rijk der Nederlanden. De zaak werd jaren later beslecht in het voordeel van de zeezender en de geldschieters kregen het schip terug. Maar de tijden waren veranderd en de zeezenders hadden hun rol vervuld doch economisch was er voor hen geen plaats meer. De Magda Maria stierf een roemloos einde toen ze op een sloperswerf in Brugge werd afgebroken tot schroot.